Blog Layout

Insulineresistentie

jun. 22, 2022

Insulineresistentie, en hoe dit kan leiden tot diabetes type 2 én vele andere chronische ziektebeelden

Zeker 25% van onze bevolking heeft last van insulineresistentie. Het probleem komt vaker voor bij mensen met overgewicht, maar ook mensen met een laag vetpercentage kunnen er last van hebben.


Insulineresistentie, je zou het kunnen zien als het voorstadium van diabetes type 2, ofwel pré diabetes. Maar ook ligt het aan de basis van verschillende welvaartsziekten, want bloedsuikergedoe heeft invloed op alle systemen en uiteindelijk ook op alle lichamelijke functies. Je zou bijna kunnen stellen dat alles begint bij bloedsuikergedoe, insulineresistentie ligt aan de basis van vele chronische ziektebeelden.


Wat is insulineresistentie en wat gaat er mis?

In mijn vorige blog heb ik al uitgelegd hoe een normale bloedsuiker regulatie werkt in een gezond lichaam, en het belang hiervan. Insuline zorgt ervoor dat glucose vanuit de bloedbaan in de cel komt. Wanneer er veel glucose (verhoogde bloedsuikerspiegel) te lang in de bloedbaan blijft hangen, is dit schadelijk voor bloedvaten en zenuwcellen. Vandaar ook dat het risico op hart- en bloedvaten daarmee toeneemt bij een constant verhoogde bloedsuikerspiegel. Insuline zorgt er normaal gesproken voor dat glucose niet te lang in de bloedbaan blijft hangen.


Te veel glucose in de bloedbaan is dus niet goed

De medische term voor te veel glucose in de bloedbaan is hyperglycemie (verhoogde bloedsuikers door te veel glucose).

Bij insulineresistentie wordt je lichaam ongevoelig voor insuline, en kan de glucose (suikers) minder goed opnemen in de cellen. Glucose is energie voor de cel, en als er geen glucose meer in de cel opgenomen kan worden, betekent dat er steeds minder energie in de cel komt. Op korte termijn geeft dit als gevolg: je wordt moe. Algehele vermoeidheid zonder directe oorzaak kan een eerste signaal zijn van insulineresistentie.


Vorige keer vertelde ik al dat insuline als een soort sleutel op het slot werkt, waarbij insuline de sleutel is en het slot de receptor op een cel. Bij insulineresistentie werken deze slotjes steeds minder goed. Je kunt het vergelijken met iets dat vaak gebruik wordt zonder rust, er geen tijd is voor onderhoud of reparatie, en het op den duur gewoon stuk gaat.


Wanneer cellen ongevoelig worden voor insuline, blijft er veel glucose, maar op den duur ook veel insuline in de bloedbaan.


Het mes snijdt bij insulineresistentie aan twee kanten. Enerzijds ontstaan problemen door de grote hoeveelheid glucose in het bloed en de cellen die op slot gaan waardoor energietekort ontstaat in de cel. Dit kan leiden tot overgewicht, een vertraging van de stofwisseling, laaggradige ontstekingen, hart- en vaatziekten en diabetes type 2.

 

Anderzijds ontstaan er problemen door de grote hoeveelheid insuline in het bloed. Omdat insuline ook een groeihormoon is, ontstaan naast bloedsuikergedoe ook hormonale klachten die je in eerste instantie niet direct zou koppelen aan het eten van te veel suikers en koolhydraten. Chronisch hoge insulinespiegels leidt tot een onvermogen om vetten te verbranden (hieronder daar meer over) en kan leiden tot haargroei in een mannelijk patroon (bij vrouwen), disbalans in de geslachtshormonen, vettige huid en acné.


Teveel insuline in het lichaam is dus ook niet goed

De medische term voor te veel insuline in de bloedbaan is hyperinsulinemie.

Teveel insuline in het lichaam ontstaat op den duur dus ook door insulineresistentie. Wat doet dat nou precies in het lichaam?  Een heleboel!

Insuline is op zich een anabool (weefselopbouwend) hormoon, dat staat voor groei, maar in dit opzicht dan wel de verkeerde groei. Insuline veroorzaakt een aantal processen in het lichaam die niet overdreven moeten worden. Doe je dat wel dan is het ziekmakend. Dat zien we tegenwoordig dan ook massaal gebeuren. 


Hoe komt het dat je insulineresistent wordt?

Wanneer je veel en vaak (snelle koolhydraten) eet, komt er veel glucose in de bloedbaan en moet de alvleesklier ook constant veel insuline produceren. Hierdoor kan de alvleesklier uitgeput raken door de grote vraag naar insuline, maar ook kunnen de cellen ongevoelig raken voor insuline door het constante aanbod van glucose.

Omdat het lichaam merkt dat de bloedsuikerspiegel hoog blijft (er zit nl nog veel glucose in de bloedbaan), krijgt de alvleesklier telkens een seintje, en maakt het nog meer insuline aan. Zo blijft er naast veel glucose in het bloed, ook veel insuline in het bloed circuleren. Met alle gevolgen van dien.

 

Ontstaan van ziekteprocessen

Insuline zorgt niet alleen voor de opname van glucose in de lichaamscellen. Het zorgt er ook voor dat de opgenomen glucose in de lever wordt omgezet in lichaamsvet. Dat lichaamsvet is vervolgens zichtbaar onderhuids; het geeft een hogere buikomvang. Deels is het onzichtbaar, want het lichaamsvet gaat ook rond en in de buikorganen zitten. Zo ontstaat een vette lever (op termijn behoorlijk ziekmakend, alleen merk je er heel lang niets van), vet in de hartspier en vet in de alvleesklier. Vet in organen zorgt voor verminderde functie van die organen. Dan is het logisch dat er ziekteprocessen ontstaan.

 

Geen vetverbranding meer

Insuline is een hormoon wat de vetopslag stimuleert en zorgt er vervolgens voor dat het lichaam dat opgeslagen vet niet meer kwijt kan. De spieren (je stofwisseling) kunnen energie halen uit verbranding van suiker (glucose) of uit verbranding van lichaamsvet. Insuline maakt vetverbranding haast onmogelijk, dus zal je niet afvallen en het buikvet blijft zitten waar het zit. De stofwisseling draait dan alleen op suikerverbranding en het lichaamsvet blijft onaangetast.


Voedingspatroon

In ons huidige voedingspatroon zitten veel suikers en snelle koolhydraten verstopt. Naast de echt zoete voedingsmiddelen waarvan de meeste mensen wel weten dat ze veel suiker bevatten (snoep, koek, gebak, ijs, etc.), zijn er ook nog voedingsmiddelen die niet zoet zijn, maar wel veel snelle koolhydraten bevatten zoals zetmeelrijke producten. Zetmeel wordt in ons lichaam ook omgezet in suikers, welke een zelfde werking hebben als de ‘zoete suikers’. Zetmeelrijke producten zijn bijvoorbeeld brood, pasta en aardappelen. En dit zijn wél producten die de meeste mensen dagelijks of vaker tot zich nemen.


Daar komt nog eens extra bovenop dat tegenwoordig werkelijk (bijna) overal suiker aan toe gevoegd wordt. Denk aan bewerkte voedingsmiddelen als brood, ontbijtgranen, energierepen, broodbeleg, kant-en-klaar producten, etc. (lees de kleine lettertjes maar eens van het ingrediënten lijstje!) Schrik niet: er zijn maar liefst 130 benamingen voor de verschillende soorten suikers die kunnen worden toegevoegd aan onze voedingsmiddelen (bron: 130 verschillende namen voor suiker | Suikervrijheid)


Stress

Bij stress wordt het stresshormoon cortisol aangemaakt. Dit hormoon zorgt ervoor dat glucose in de bloedbaan blijft. Dit is een normale en functionele reactie van het lichaam, zodat er altijd glucose voor de hersenen beschikbaar is. Bij chronische stress is dit wel een ding, omdat er daardoor dan constant glucose in de bloedbaan blijft, met als gevolg: insulineresistentie.

Wanneer je dan vaak veel snelle koolhydraten eet en je hebt ook nog eens veel stress, dan gaat dit zeker dubbelop.


Gevolgen

De gevolgen en klachten die voort komen vanuit insulineresistentie zijn divers. Vandaar ik ook aan het begin van dit blog stel dat insulineresistentie misschien wel het begin van de ellende (bloedsuikergedoe) is en aan de basis ligt van veel chronische ziekten.


In het lichaam zitten onwijs veel cellen en heel veel cellen hebben een insuline receptor. Niet alle cellen hebben dezelfde functie, maar wel de insulinereceptor nodig om de functie uit te oefenen. Als je insulineresistent bent kunnen die cellen hun functie niet uitoefenen omdat de receptor niet werkt. De cel blijft op slot.


Veel mensen met insulineresistentie krijgen last met de hormoon huishouding. Vrouwen die insulineresistent zijn, worden vaak lastig zwanger. Omdat voor het aanmaken van de hormonen de insulinereceptor nodig is. Slapeloosheid is ook een veel gehoorde klacht. Dat klopt ook wel omdat je voor de het aanmaken van het slaaphormoon melatonine een insulinereceptor nodig hebt.


Problemen met de spijsvertering komen ook veel voor. De alvleesklier maakt niet alleen insuline aan, maar ook de spijsverteringssappen. Als de alvleesklier overwerkt is door het vele aanmaken van insuline gaat dit ook ten koste van de aanmaak van spijsverteringssappen.


Hoe merk je dat je insulineresistent begint te worden?

  1. Algehele vermoeidheid zonder directe oorzaak kan een eerste signaal zijn van insulineresistentie. Engergiedips gepaard met trillen en zweten ook.
  2. Een tweede signaal is dat je snaaibuien krijgt en behoefte aan zoetigheid, want je lichaamscellen vragen als het ware om energie. Zoetigheid en (veel) eten zorgt normaal gesproken even voor een snelle toename van je bloedglucose en dus energie. En je hebt regelmatig het gevoel dat je iets ‘moet’ eten.
  3. Stemmingswisselingen zijn ook een aanwijzing voor insulineresistentie: er zijn momenten dat je je prima voelt (je hebt energie) maar deze worden afgewisseld met momenten dat je een kort lontje hebt en het allemaal even niet ziet zitten (geen energie).
  4. Als vierde symptoom kun je zelfs depressieve gevoelens krijgen; een depressie is namelijk ook een vorm van gebrek aan energie.
  5. Tot slot kunnen overgewicht en moeite met afvallen ook een signaal van insulineresistentie zijn. Minder eten, meer bewegen en toch niet afvallen? Dit zou een signaal van insulineresistentie kunnen zijn. Zolang er insuline in je bloed circuleert kan je lichaam namelijk geen eigen vetten verbranden.


Door bloedsuikergedoe ontstaan er vaak op de wat langere termijn ook andere symptomen en klachten zoals vermoeidheid, gewrichtsklachten (kraakbeen wordt aangetast door insulineproblemen), geheugen- en concentratieproblemen, gedragsveranderingen, vocht vasthouden (oedeem), veel plassen, menstruatie- en overgangsklachten, PCOS (polycysteus syndroom in de eierstokken), hoge bloeddruk, spierklachten en oogklachten.

Het versnelt het verouderingsproces

Je wordt dikker doordat glucose wordt opgeslagen in vetcellen, overgewicht

Metabool-syndroom (een combi van klachten als verhoogd cholesterol, verhoogd vetgehalte (triglyceriden), verhoogde bloeddrruk, overgewicht, hoge bloedsuikerspiegel)

Hormonale disbalans als bijvoorbeeld PCOS, PMS, endometriose

Chronische laaggradige ontstekingen, en hierdoor een constant actief immuunsysteem

Hart- en vaatziekten, aderverkalking

Depressie, slaapproblemen

Darmklachten door alvleesklier uitputting

Bij toenemende insulineresistentie ontstaat er uiteindelijk diabetes type-2.


Geen paniek: het goede nieuws is dat insulineresistentie en diabetes type 2 bij de meeste mensen weer omkeerbaar is!

 

Tot slot:

‘Een goede gevoeligheid voor insuline is een voorwaarde voor een slank en gezond lichaam’

 

Enkele korte tips om insulineresistentie tegen te gaan of voor te zijn:

Eet minder vaak en gezond(er), kies de juiste koolhydraten

Probeer stress te reduceren waar mogelijk

Beweeg regelmatig (voor het eten), het liefst elke dag

Probeer voldoende te slapen (7 – 9 uur per nacht)

 

Wil jij meer hulp bij het omkeren van diabetes type 2 of verdenk je jezelf van insulineresistentie? En wil je er graag op een natuurlijke (orthomoleculaire) manier mee aan de slag? Dan ben je van harte welkom in mijn praktijk!!

 

*Heb je diabetes type 2 en gebruik je medicatie? Ga je er niet op eigen houtje mee aan de slag en zoek goede begeleiding daarbij. Wanneer medicatie niet wordt aangepast wanneer nodig, kan dit zorgen voor een hypo (te lage bloedsuiker)

 

Een gezonde & zonnige groet,

van Kim

 

Mijn blogs

21 apr., 2024
Het vloeibare goud voor lijf & brein
06 feb., 2024
Hoe chronische stress je hormonen uit balans kan brengen
26 jan., 2024
Griep, een goede training voor je immuunsysteem
Share by: